Drank (16)



Studenten en drank hebben al eeuwenlang een verbond gesloten. Het hoort blijkbaar bij het jongelingschap om zowel intellectueel als spiritueel de grenzen te verkennen. Ook de studenten aan de Franeker Academie hebben zich niet onbetuigd gelaten als het ging om consumptie van bier, wijn en sterke drank. De academierechtbank kent over ca. 250 jaar meer dan 600 veroordelingen waarvan het merendeel is te wijten aan uit de hand gelopen drankfestijnen. Aan het eind van de achttiende eeuw wordt in die veroordelingen met regelmaat verwezen naar promotiefeesten in het ‘coffijhuijs’ van Arend Mulder. 

Sporen van dit spiritueel verbond zijn er in het gastenboek in overvloed. Zo schreef P.N. Lomars op 16 februari 1797:


Als de liefde wijn en min
Mij ten eenemale begeven
Dan is ’t mij gedaan
Dan lach ik in mijn leven.


In plaats van ‘lach’ in de laatste versregel had hij eerst ‘schijt’ geschreven maar blijkbaar vond hij dat toch wat te plat en streepte het door.
F. Canter Alta zal het vast met hem eens zijn geweest, want zijn vers in het gastenboek getuigd van eenzelfde strekking:

Eer zal ik het Jufferschap, met al haar gunst verlaaten
Eer zal ik het edel nat, van Bacchus altijd haaten
Eer stamp ik met de voet tabak en pijpen kort
Eer gij mijn waarde vrind van mij vergeeten word.

Een ironisch tegengeluid is van student W.L. Sminia die rijmde:
Al wie zijn geld verzuipt, die is wel duivels dom
Want hij beklaagd het en de waard die lacht er om

Even ironisch en dubbelzinnig is het vers van student P. Adama:
Die niet van zuipen en van zwelgen wil horen
Die zien de waarden liever agter als van voren. 

Wellicht raakte juridisch student J. Hoekstra wel de kern toen hij schreef:


Ben ik op Dekema bij Mulder
Vrolijk, gonzend als een hulder
Nog vermaakend bij de wijn
Dan word de tijd ook goed versleeten
Dan kan men alle ramp vergeeten
Dan wil dan moet men lustig zijn. 



Biografie

Petrus Nathanael Lomars werd geboren op 7-11-1775 te Franeker en stierf te Pingjum op 9-11-1846. Hij was daar beroepen als predikant.
F. Canter Alta was een zoon van de bekende predikant en patriot Eelco Alta uit Bozum. Hij werd ingeschreven aan de Franeker Academie op 21 september 1785.
Pieter Adama was Franeker van geboorte en liet zich inschrijven aan de plaatselijke Academie op 8 juli 1789. Hij promoveerde in de rechten op 16 juni 1795.
Jan Hoekstra was afkomstig van Sneek. Hij staat ingeschreven op 5 september 1803 en promoveerde in de rechten op 28 juni 1805.

Reacties

Populaire posts