Nog eens Fries (18)


In blog 10 publiceerden we een stukje over een Friestalige bijdrage in het gastenboek. Het is niet de enige bijdrage in het Fries. Ook Tammo van Slooten en H. J. Westra schreven hun vriendschapsvers in het Fries. Aan de schrijfwijze van beide is duidelijk herkenbaar dat het Fries, evenals het Nederlands trouwens, eind 18de eeuw nog geen formele schrijf- en spellingsregels had. De eerste officiële regeling van de Nederlandse spelling is de Siegenbeekspelling van 1804. De eerste formeel geaccepteerde spellingregels van het Fries zijn die van Colmjon uit 1879. Omdat het Fries als schrijftaal in de 18de eeuw maar weinig werd gebruikt zijn veel teksten fonetisch (op het gehoor) geschreven. Dat is ook het geval met het onderstaande gedichtje waarbij het soms wel even puzzelen is, wat de schrijver nu precies bedoeld.

N.B. De Nederlandse vertaling stond niet in het Gastenboek, maar is omwille van de leesbaarheid toegevoegd. 

Hoa soemen ’t hijer oijt better krije                           Hoe zou men het hier ooit beter krijgen
As op joú kofjehuwz O Aan                                        Als op jouw koffiehuis O Aan (=Arend Mulder)
Naits kin ien minsche better flije                                Niets kan een mens beter vleien
O dat is fier it beste paam                                          O dat is ver het beste pand

Dit schrieúw toa oantinking                                       Dit schreef tot aandenken
fin frjuenschip meij A. Mulder                                   van vriendschap met A. Mulder
T. van Slooten                                                             T. van Slooten

Het vers van H. J. Westra is wat moeizamer te duiden en zijn Fries is – zelfs voor die tijd - wel erg fonetisch opgeschreven.
Aan hoa zil ik dit beginne                                          Aan hoe zal ik dit beginnen
Wrammels wier ik wit neen ried                                Drommels, waarachtig ik weet geen raad
Ik kin ’t jiette naet forsinne                                        Ik kan nu niets bedenken
Hoa dit gaen wol op dis tijd                                      Hoe dit, op dit moment, zal gaan
‘k woe wol gjaen ien bijttje rijmje                             Ik zou wel een beetje willen gaan rijmen
Mar ik bin zoa onbedreun.                                        Maar ik ben zo onervaren
yn dat wurk as malle Sijmen                                     in dat werk als gekke Sijmen
Dij nooit farsjen hie beskreun                                  die nooit voorzien had (om) te schrijven
Kom ‘k zil dogges ris probearje                               Kom ik zal het toch eens proberen
’t zil wol lijkke earne nei                                          het zal wel nergens op lijken
In myn baeste maat foraerje                                     In mijn beste kunde vereren
Mei ien winsk op disse dei                                         met een wens op deze dag
‘k winsk dat dij Greute en mijlde Schinker               ‘k wens dat de Grote en milde Schenker
Dij uet Naet iets meitze kin                                        Die uit niets iets maken kan
Mei Gezondheid jou beschinke                                 (Met) gezondheid jou (be)schenkt
O Dat is zo an Greute Gewin                                     o dat is zo’n groot geschenk
Dat hij yn jou Haegge jierren                                     Dat hij op jouw hoge leeftijd
Jou bevrij fin ’t minste kwaed                                    je bevrijd (beschermt) tegen alle kwaad
Mar mei Lok en Zein forsieren                                  Maar met geluk en zegen voorzien
Tot oon ’t leste, dat ’s de dead                                   Tot aan het laatste, dat is de dood

Dit is de winsk fin H.J. Westra                                  Dat is de wens van H.J. Westra
Oon dij Greute hospis A. Mulder                              Aan jouw Grote hospes A. Mulder

Biografie
In het studentenalbum staat op 20 september 1784 ingeschreven ene ‘Tammo van Slooten, Ternaardo Frisius’. Hij was dus afkomstig van Ternaard in West Dongeradeel waar hij werd geboren op 26 december 1766. Gegevens over zijn studie in Franeker ontbreken. Hij is in ieder geval naar Groningen gegaan om daar verder te studeren. Hij staat daar ingeschreven op 12 oktober 1787 en is daar op 5 juli 1792 gepromoveerd tot doctor in de medicijnen. Hij trouwde op 1 maart 1795 met de Groningse (?) Dorothea Alagonda Oomkens en overleed 77 jaar oud op 5 april 1844 te Wildervank.

Henrichs Johannes Westra staat aan de Franeker Academie ingeschreven op 12 juni 1784, afkomstig van Harlingen. Hij promoveert op 10 mei 1787 in de rechten. Hij huwt nog in datzelfde jaar te Harlingen met Hiltje Schaaff; hij is dan advocaat aan het Hof van Friesland. Blijkbaar is zij jong overleden, want op 15 juli 1792 trouwt hij andermaal in Harlingen met Eva Fontein. Hij is overleden 11 september 1831 te Assen; 65 jaar oud. In Assen was hij burgemeester en directeur van 's Rijks belastingen in Drenthe. Eva overleeft hem.

Reacties

Populaire posts