Plagiaat (15)


In het gastenboek komen met enige regelmaat verzen, spreuken en ‘tegeltjeswijsheden’ voor die men in die tijd ook weer had overgeschreven van schrijvers uit vroeger tijden. Dat konden levenswijsheden zijn van Griekse of Romeinse filosofen, maar ook gedichten of bewerkte tekstfragmenten van Nederlandse auteurs. Student Albertus van Harinxma Thoe Slooten was in zijn bijdrage voor het gastenboek weinig origineel en pleegde daarvoor ‘leentjebuur’ bij een voorouder toen hij op 24 februari 1785 in het gastenboek schreef:


Drink ik veel zoo bederf ik
Drink ik niet zoo sterf ik
Het is beter veel gedronken en bedorven
Als niet gedronken en gestorven


Het versje was zeer waarschijnlijk overgeschreven uit het album amicorum van zijn voorvader Pieter van Harinxma die zich op 14 september 1626 had laten inschrijven als student filosofie en wiskunde aan de Franeker Academie. Het versje was in Pieter’s album geschreven door Hessel Meckema van Aylva. In datzelfde album vinden we ook het motto ‘ardua nactus est in se contentus honos’ (het overwinnen van moeilijkheden is in zichzelf al eer genoeg). Het was een bijdrage van de bekende theoloog Johannes Maccovius. Albertus van Harinxma gebruikte dit motto blijkbaar ook (tijdelijk?) als het zijne toen hij het als bijschrift verwerkte bij bovenstaand versje. Ook in de bewaard gebleven albums van de tweeling Homme en Juw van Harinxma, broers van Pieter en al in 1625 ingeschreven aan de Franeker Academie, staat hetzelfde motto van Maccovius.



De Friese familie Van Harinxma thoe Slooten heeft maar liefst elf alba amicorum nagelaten.  
Biografie
Albertus van Harinxma stamde uit een Fries adellijke familie van grietmannen en provinciebestuurders. Hij werd geboren op 8 juli 1765 in Leeuwarden en overleed op 24 april 1816 op de state Tjessens bij Holwerd. Hij had zich aan de Franeker Academie laten inschrijven op 16 september 1783 als student in de rechten. Na zijn studie was hij afgevaardigde voor Westdongeradeel op de provinciale landdagen (1789 - 1795). In de Franse tijd (1795-1811) was hij ambteloos burger. Nadien werd hij vrederechter en vanaf 1814 was hij lid van provinciale staten van Friesland. 

Reacties

Populaire posts