Doublet (21)
Het is geen gewoonte dat vrienden in een Album Amicorum twee of meerdere keren een versje schrijven. Ook in het Gastenboek van Arend Mulder komt dat weinig voor. Maar er waren uitzonderingen. Een daarvan was S.L. Napjus. Bovendien schreef hij beide keren ook nog een vrij persoonlijk vers. De eerste keer dat hij in het Gastenboek schreef was in 1793 en liet hij het vergezeld gaan van het motto: ‘Vivat Venus et Bacchus’. Dat motto paste goed bij zijn ondeugend vers dat als volgt is opgeschreven: Jan Gat en zijn wijf Die hebben twee paar billen Al is hij kreupel en stijf Hij kan haar nog wel drillen. Twee jaar later in 1795 schreef hij een vers dat gericht was op de vriendschap: Eer zal een oude ruin, het merriepaard bevrugten Eer zal een wrede wolf, het tedere schaapjen dugten Eer stamp ik met mijn voet tabak en pijpen kort Eer onze vriendschap ooit door mij wordt opgeschort Biografie S. L. Napjus staat zonder verdere aanduiding in het Franeker album studiosoru